De Gloster is een zeer productieve, donkerrode tot paarsrode bewaarappel met een matige tot vrij goede, friszure smaak. De ondergrond is groengeel. Het is een tamelijk grote, kegelvormige appel, die aan de neus sterk geribd is. Het ras is uit de belangstelling geraakt door problemen met klokhuisschimmel en de matige eetkwaliteit.

Het ras is in 1951 ontstaan uit een kruising gemaakt door het Obstbauversuchsanstalt in Jork, Duitsland en in de handel gekomen in 1969.

Het is een sterk groeiende boom, die vooral in de beginjaren uitgebogen moet worden. De boom bloeit laat en is enigszins zelfverdraagzaam. De appels moeten in oktober worden geplukt.

De appels kunnen in de koelcel bij 1 tot 2 oC tot half februari bewaard worden. Met gescrubde CA-bewaring kan tot half maart bewaard worden en met ULO-bewaring tot half mei.

[bewerk]
Ziekten
Gloster is vatbaar voor klokhuisschimmel, dat bij ongeveer 10% van de vruchten rot rond het klokhuis veroorzaakt. Ook is het ras gevoelig voor glazigheid. Daarnaast is het tamelijk vatbaar voor vruchtboomkanker (Nectria galligena) en vatbaar voor schurft (Venturia inaequalis).

Bron: www.wikipedia.org