De feijoa (Feijoa sellowiana, synoniem: Acca sellowiana) of ananasguave is een plant uit de mirtefamilie (Myrtaceae). Het is een groenblijvende struik of tot 7 m hoge boom met een lichtgrijze schors en jonge twijgen die wit behaard zijn. De tegenoverstaande bladeren zijn kortgesteeld, glad en glanzend aan de bovenzijde, ovaal, gaafrandig, leerachtig en 3-6 cm x 2-3 cm groot. De onderzijde van het blad is zilverig behaard. De 3-4 cm brede, tweeslachtige bloemen groeien solitair of in kleine groepen bijeen. De vier kroonbladeren zijn circa 2 cm lang, teruggeslagen en aan de bovenzijde karmijnrood, hoewel dat vaak niet goed te zien is omdat de witte onderzijde naar boven omgeslagen is. De vier kelkbladen zijn kleiner, teruggeslagen, aan de bovenkant roodbruin en aan de onderkant viltig behaard. In het midden van de bloem staan de talrijke rode, tot 2,5 cm lange meeldraden met gele helmknoppen en de centrale, rode stijl die langer en dikker is dan de meeldraden De vruchten zijn ei- of peervormig, bleekgroen of geelgroen en 4-8 — 3-7 cm groot. Aan de basis van de vruchten blijft de bloemkelk behouden. Het vruchtvlees is wit met een doorschijnend midden, korrelig en sappig. Het smaakt zoetzurig en ruikt naar ananas. De vrucht bevat twintig tot veertig of soms meer dan honderd kleine, langwerpige zaden. De vruchten kunnen als handfruit gegeten worden. Ze kunnen in fruitsalades, zoetwaren, koeken en taarten verwerkt worden. Ook kan van de feijoa marmelade, vruchtenwijn of chutney worden gemaakt. De feijoa komt oorspronkelijk uit de hooglanden van het zuiden van Brazili, Uruguay, het westen van Paraguay en het noorden van Argentini. De plant wordt wereldwijd in de (sub)tropen gekweekt op plaatsen waar het voor de guave (Psidium guajava) te koud is. Vooral in Nieuw-Zeeland wordt de soort veel voor zijn vruchten gekweekt. In Europa wordt de soort onder andere verbouwd in het Middellandse Zeegebied in Frankrijk en Itali. In Belgi en Nederland wordt de feijoa als potplant of kuipplant verkocht. De plant moet hier koel maar vorstvrij overwinterd worden.( Bron Wikipedia )

De feijoa (Feijoa sellowiana, synoniem: Acca sellowiana) of ananasguave is een plant uit de mirtefamilie (Myrtaceae). Het is een groenblijvende struik of tot 7 m hoge boom met een lichtgrijze schors en jonge twijgen die wit behaard zijn. De tegenoverstaande bladeren zijn kortgesteeld, glad en glanzend aan de bovenzijde, ovaal, gaafrandig, leerachtig en 3-6 cm x 2-3 cm groot. De onderzijde van het blad is zilverig behaard. De 3-4 cm brede, tweeslachtige bloemen groeien solitair of in kleine groepen bijeen. De vier kroonbladeren zijn circa 2 cm lang, teruggeslagen en aan de bovenzijde karmijnrood, hoewel dat vaak niet goed te zien is omdat de witte onderzijde naar boven omgeslagen is. De vier kelkbladen zijn kleiner, teruggeslagen, aan de bovenkant roodbruin en aan de onderkant viltig behaard. In het midden van de bloem staan de talrijke rode, tot 2,5 cm lange meeldraden met gele helmknoppen en de centrale, rode stijl die langer en dikker is dan de meeldraden De vruchten zijn ei- of peervormig, bleekgroen of geelgroen en 4-8 — 3-7 cm groot. Aan de basis van de vruchten blijft de bloemkelk behouden. Het vruchtvlees is wit met een doorschijnend midden, korrelig en sappig. Het smaakt zoetzurig en ruikt naar ananas. De vrucht bevat twintig tot veertig of soms meer dan honderd kleine, langwerpige zaden. De vruchten kunnen als handfruit gegeten worden. Ze kunnen in fruitsalades, zoetwaren, koeken en taarten verwerkt worden. Ook kan van de feijoa marmelade, vruchtenwijn of chutney worden gemaakt. De feijoa komt oorspronkelijk uit de hooglanden van het zuiden van Brazili, Uruguay, het westen van Paraguay en het noorden van Argentini. De plant wordt wereldwijd in de (sub)tropen gekweekt op plaatsen waar het voor de guave (Psidium guajava) te koud is. Vooral in Nieuw-Zeeland wordt de soort veel voor zijn vruchten gekweekt. In Europa wordt de soort onder andere verbouwd in het Middellandse Zeegebied in Frankrijk en Itali. In Belgi en Nederland wordt de feijoa als potplant of kuipplant verkocht. De plant moet hier koel maar vorstvrij overwinterd worden.( Bron Wikipedia )

Bloei: april/ mei groepjes kleine gele bloemen Volwassen hoogte: 8/12 meter Grondsoort: voedzaam, humusrijk, goed gedraineerd Standplaats: zon/halfschaduw Bladvorm: klein blad, handvormig scherpgetand Winterhardheid: zeer goed Snoei: hele jaar snoeien als hegvorm, diep insnoeien alleen in de herfst en winter Opmerkingen: zuilvormige groeiwijze

Standplaats: halfschaduw/schaduw, beschut, uit de wind Grondsoort: vochtige voedselarme grond Hoogte: ca. 3-5 jaar 3 tot 4 meter Bladkleur: in de herfst felrood gekleurd Snoeien: zo min mogelijk, niet in februari t/m juni Herkomst: Klein-azie tot China

Standplaats: halfschaduw/schaduw Grondsoort: vochtige voedselarme grond Volwassen hoogte: 5 meter in 10 jaar Bloeitijd: februari - juni Bloemkleur: nvt Bladkleur: bronsrood, later bronsgroen Bladvorm: Winterhardheid: goed Snoei: zo min mogelijk, niet in februari t/m juni Herkomst: Klein-azi tot China Opmerking: Bij het snoeien van Acers is het belangrijk dat dit voor Januari gedaan wordt i.v.m. doodbloeden vanwege de grote sappenstroom uit de takken.

Een spectaculair nieuwe soort. Bladkleuren: zalm-roze bont. Planten: Regelmatig water geven, totdat de plant goed geworteld is. Vermeng een organische bodemverbeteraar en een algemene meststof met de potgrond. Positie: zon/halfschaduw. Hoogte na 5 jaar: 1,5 m. Snoeien: wordt niet aangeraden. Bestemd voor decoratie en niet voor consumptie. Bron: www.wjhooftman.nl

Blad fijn ingesneden, paarsbruin met roze en witte vlekken. Een langzaam groeiende, paddestoelvormige struik. Ideaal voor grote patiobakken en borders. Fraaie loofverliezende heester. Opvallende herfstkleur. Planten: Regelmatig water geven totdat de heester wortel heeft geschoten. Meng een organische grondverbeteraar en gewone kunstmest door de vulgrond. Positie: zon/halfschaduw. Hoogte: 1,5 m. Snoeien: wordt niet aangeraden. Bestemd voor decoratie en niet voor consumptie. Bron: www.wjhooftman.nl

Bloei: April/ Mei groepjes kleine gele bloemtuilen, overdadige bloei Volwassen hoogte: 10/15 meter Grondsoort: voedzaam, humusrijk, goed gedraineerd Standplaats: zon, halfschaduw Bladvorm: handvormig plataanachtig Winterhardheid: zeer goed Snoei: Alleen snoeien in de herfst en vroege winter, bij groot snoeiwerk kans op bloeden Opmerkingen: smalle opgaande groeiwijze, ook geschikt voor de kleine tuin

Bloei: April/ Mei groepjes kleine gele bloemtuilen Volwassen hoogte: 8/15 meter Grondsoort: voedzaam, humusrijk, goed gedraineerd Standplaats: zon, halfschaduw Bladvorm: handvormig plataanachtig, bij uitlopen helderrood, later roodbruin Winterhardheid: zeer goed Snoei: Alleen snoeien in de herfst en vroege winter, bij groot snoeiwerk kans op bloeden Opmerkingen: regelmatige groeivorm, vrij langzaam

Bloei: April/ Mei groepjes kleine gele bloemen Volwassen hoogte: 20 meter Grondsoort: voedzaam, humusrijk, goed gedraineerd Standplaats: zon, halfschaduw Bladvorm: diep ingesneden met scherp getande lobben Winterhardheid: zeer goed Snoei: Alleen snoeien in de herfst en vroege winter, bij groot snoeiwerk kans op bloeden Opmerkingen: groeit zuilvormig Let op! Wortelgoed alleen te koop tussen half oktober en half april.