Bij deze cultivar zijn de Twijgen meestal gedoornd en de bloemen zijn weinig opvallend pas in oktober. De eleagnus behoort tot de sterkste groenblijvers. het blad heeft de sierwaarde. Zet de bont bladigen meer in het zonlicht, de groenbladigen verdragen meer schaduw.

Standplaats: Halfschaduw/Zonnig Grondsoort: Kleigrond/Vochtige Veengrond/Schrale Zandgrond Bloemkleur: Grijsgroen Bloeiperiode: Februari/Maart Bladkleur: Groen, Onderkant Grijs Planthoogte: 5/8 meter Vruchten: Ja, Rode vruchten, Eetbaar Wintergroen/Bladhoudend: Nee Aantal per m²: 1 Winterhardheid: Goed (Nederland: USDA: 7a/7b, RHS: H6) Type: Pionierplant, Duinplant Windbestendig: Ja Toepassing: Voedselbos/Ruige Haag Bijzonderheden: Wordt vooral veel toegepast als onderstam voor Elaeagnus ebbingei. Geeft daarbij veel opschot en neemt soms de hele plant over.

Standplaats: Zon /Halfschaduw. Bloemkleur: Bruin Bloemhoogte: 30 cm Bloeitijd: Mei/Juli Bladkleur: Groen. Bladhoogte: Plantdiepte: Aantal per m ²: Toepassing: Oeverplant/Moerasplant Herkomst soort: Winterhardheid: Goed. Opmerking:

Standplaats: Zon / Halfschaduw Bloemkleur: Wit Bloemhoogte: Bloeitijd: Mei/Aug. Bladkleur: Groen, lancetvormig Bladhoogte: Plantdiepte: -20/-80 cm Aantal per m ²: Toepassing: Zuurstofplant/Onderwateplant. Herkomst soort: Winterhardheid: Opmerking :Waterpest is n van de zuurstofplanten die los in het water drijft en is een uitstekende zuurstofleverancier.

De kraaihei (Empetrum nigrum) is een groenblijvende struik, die behoort tot de heidefamilie (Ericaceae). De kraaihei komt van nature voor op het noordelijk halfrond. De naam heeft de struik te danken aan het feit dat de vruchten door kraaien gegeten worden en die zo voor de verspreiding van de zaden zorg dragen. De vruchten zijn eetbaar, maar niet erg smakelijk. De struik wordt 15-45 cm hoog en heeft liggende stengels met opstijgende takken. De takken zijn dicht bezet met lijnvormige of lijnwerpige, circa 6 × 2 mm grote bladeren. De bladeren hebben een sterk omgerolde rand. De kraaihei bloeit in april en mei met eenslachtige bloemen, die in de bladoksels staan. De kroonbladen zijn 2-2,5 mm lang. De donkerpaarse, vrouwelijke bloemen hebben zes tot negen stempels. De mannelijke bloemen zijn roze. De zwarte, 5-8 mm grote vrucht is een besachtige steenvrucht met zes tot negen stenen. De plant komt voor op zure zandgrond op de noordzijde van hellingen, in valleien, naaldbossen, hoogveen en veenrietland. Bron: wikipedia.nl

Standplaats: zon/halfschaduw Grondsoort: humeuze, zure vochthoudende grond Volwassen hoogte: ca. 3 meter Bloeitijd: mei - juni Bloemkleur: rozerood, in de herfst rood Bladkleur: groen Winterhardheid: bladverliezend, goed Snoei: om een goede vorm te behouden, snoeien na de bloei Toepassing: Herkomst: Japan Opmerking:

Standplaats: zon/halfschaduw Grondsoort: humeuze, zure vochthoudende grond Volwassen hoogte: ca. 3 meter Bloeitijd: mei - juni Bloemkleur: rozerood, in de herfst rood Bladkleur: groen Winterhardheid: bladverliezend, goed Snoei: om een goede vorm te behouden, snoeien na de bloei Toepassing: Herkomst: Japan Opmerking:

Winterhardheid: Nauwelijks winterhard Standplaats: Zon, halfschaduw Grond: Humusrijke grond

Standplaats: Bloemkleur: Bloemhoogte: 150 cm Bloeitijd: Juli/Aug. Bladkleur: Groen Bladhoogte: 90-150 cm Plantdiepte: Aantal per m ²: Toepassing: Moerasplant. Herkomst soort: Winterhardheid: Goed. Opmerking: Wilgenroosje is afgeleid van de gelijkenis van de bladeren met de wilg.